Tieten
Vorige week was het Internationale Vrouwendag.
Bah.
Ik heb daar zo helemaal niets mee.
Rondom vrouwendag zie je overal berichten omhoog schieten over ‘Gelijkheid’, ‘Vrouwen die net zo goed/slim/mooi/rijk/whatever zijn in vergelijking tot mannen’ en vooral ‘Empower your sister’ berichten.
Ik empower helemaal niets. Ik heb vriendinnen, geen sisters. Ik up helemaal niemands ‘back’ en ik ben zéker niet in de veronderstelling dat ik gelijk ben aan een man.
Dat ben ik namelijk niet, net zo min als dat welke andere vrouw ter wereld dat is.
Ik heb namelijk tieten en een man niet. Einde discussie.
Inparkeren
Vrouwen zijn anders dan mannen. Niet minder, niet beter maar ánders.
En dat is een heel natuurlijk iets.
Niet iets om wat mij betreft verandering in aan te brengen.
Wij vrouwen kunnen nou eenmaal minder goed autorijden bijvoorbeeld.
Bij mij gaat automatisch de muziek zachter als ik moet in parkeren, waar ik vervolgens ook nog 4 keer over doe en dan nóg scheef sta of met mijn velg tegen het stoepje.
Erg? Nee.
Ben ik daardoor minder leuk? Nee.
Qua salaris, nog zo’n gewild discussie component, heb ik het dan weer wél goed geregeld.
‘Lucky shot’ zeggen sommigen.
‘Niets ervan’ is mijn antwoord dan; ‘ik kan onderhandelen als een malle’.
En dat is mijn voordeel.
Op het gebied van geld neemt mijn testosteron de overhand, en ja, mannen kunnen beter onderhandelen dan vrouwen. Ze zijn namelijk van nature wat egoïstischer.
Effectief of dom?
Maar goed, alles clichés ten spijt, het grappige is dat deze Internationale Vrouwendag de ‘ongelijkheid’ alleen maar méér in de hand werkt. En dát heeft niemand door…
De afgelopen decennia hebben we dit fenomeen in meerdere situaties zien ontstaan.
Discriminatie op basis van huidskleur, seksualiteit of uiterlijk domineerde onze samenleving.
Mensen vormen groepjes, trekken naar ‘hun eigen soort toe’ en maken zichzelf daarmee á la minute slachtoffer van de angst gediscrimineerd te worden.
Al deze vrouwbewuste vrouwen onderkennen hier mee dat ze niet gelijk zijn, hoe dóm kun je zijn?
Omdenken
De afgelopen week scandeerde de Opzij beweging in mini-variantjes van Ciska Dresselhuys van linksboven tot rechtsonder.
Het blijft bij praten, dat dan weer wel.
Er is geen vrouw die opstaat en zegt : ‘En nou ben ik het godverdomme zat dat ik minder verdien dan mijn mannelijke collega. Beste werkgever, dokken of ik ben weg.’
Nee, dat zien we dan weer niet.
Er is geen vrouw die openlijk durft toe te geven dat ze geniet van het soppen van haar badkamer want oei, het zou eens stigmatiserend kunnen werken.
En daar zit wat mij betreft het knelpunt.
Als we nou met zijn allen, mannen en vrouwen, eens wat minder bang zouden zijn?
Wat minder bang voor de mening van een ander, minder bang voor dat stigma, minder bang voor onszelf, minder bang voor het bang zijn.
Als we eens niet vanuit angst zouden leven maar vanuit de mogelijkheden?
Die werkgever kan zeggen, ‘Ja hoi, ik betaal jou niet meer, de groeten’.
En dat levert naast het verlies van je baan, wat natuurlijk best lastig kan zijn, nóg iets op.
De mogelijkheid dat het ergens anders wél lukt.
Dat er een leukere baan voorbij komt.
Met meer salaris dan die mannelijke collega.
Met meer weetikhetwat.
Stand up and fight!
Laten we eens wat gaan doen met zijn allen in plaats van onze tijdlijnen vol te knallen met berichten over hoe we onszelf toch zo als slachtoffer zien.
Laten we eens het gevecht aangaan. Resultaat boeken. Omarmen wie we zijn. Niet meer bang zijn.
En dan daarna, als de rook optrekt en je aan je koningsmaal zit, teut van de overwinningsroes; dan maak je dáár een foto van. Voor op Facebook enzo.